Kerry Way: Het Pad

Introductie

Met meer dan 200 kilometer is de Kerry Way Ierlands langste bewegwijzerde wandelpad – en bovendien een van de populairste. Het spoor start en eindigt in de levendige toeristenbestemming Killarney. Cirkelend rond het Iveragh-schiereiland, loopt de Kerry Way tegen de klok in, door een aantal van de meest afgelegen en dramatische plattenlandsgebieden van Ierland.

De Kerry Way is de ontspannen en ongehaaste wandelversie van de wereldberoemde Ring of Kerry-autoroute. Het volgt een gelijksoortige, maar mooiere route rond het schiereiland. Het pad brengt wandelaars dichter bij de natuur en pracht van het Ierse landschap, met meer tijd om te genieten van de grandioze omgeving.

De landschappen die de route doorkruist zijn erg gevarieerd, van de meren van Killarney tot hoge en afgelegen bergheiden. Het pad volgt een mengeling van terreinen, van wegen tot promenades tot bospaden. Je zal door bossen, rond baaien en over pieken trekken, continu omgeven door Ierlands aangrijpendste uitzichten.

Ook geeft de route duidelijke uitzichten op de keten MacGillycuddy's Reeks, waar Ierlands hoogste bergen, Carrauntoohil en Baher, hoog uittorenen over de route ten westen van Black Valley. De terugweg loopt langs de verrassend contrasterende, bijna tropische zuidkust. Langs dit deel van de route kom je volledig andere flora tegen dan op het noordelijke deel van het schiereiland, zoals palmbomen – en die komen niet zo veel voor in Ierland!

Kaart

Route

De Kerry Way vertrekt uit de populaire toeristenplaats Killarney en trekt richting het zuiden langs de kustlijn van Lough Leane tot in Killarney National Park. Van hier bereikt het spoor Torc Waterfall, waarna het de Old Kenmare Road volgt. In de afgelegen Black Valley vervolgt de route in de schaduw van de MacGillycuddy's Reeks, de bergketen waartoe ook Carrauntoohil, Ierlands hoogste berg, behoort.

Een bergpas leidt tot Glencar en Lough Acoose, waar het pad de Caragh riviervallei volgt. Daarna bereikt de route Glenbeigh, ofwel door Seefin Mountain te omcrikelen dan wel door de Windy Gap over te steken (#1 van 3). Hierna stijgt de Kerry Way en volgt het pad de heuvels die uitkijken op Dingle Bay totdat het uitkomt bij Drung Hill, vanwaar de route landinwaarts loopt naar Foilmore, vlakbij Cahersiveen.

Vanaf Foilmore gaat de Kerry Way richting het zuiden en worden twee bergranden overgestoken richting het dorp Waterville. Twee mogelijke routes leiden van hier tot Caherdaniel: een kustspoor rond Farraniargh Mountain of een langer pad in het binnenland, over de rivier Capall en bergen via Windy Gap (#2) naar Caherdaniel.

Over een oude koetsweg vervolgt de route naar Sneem en verder tot Kenmare, over een pad dat langs de kustlijn boven de Kenmare-rivier meandert. Het laatste deel trekt over de bergen tussen Kenmare en Killarney, nogmaals door een Windy Gap (#3), waar het weer samenvoegt met de uitgaande route van de Kerry Way bij Galway's Bridge. Dezelfde route wordt weer teruggekeerd door Muckross tot aan het eindpunt in Killarney.

Terreinoverzicht

De Kerry Way doorkruist een grote diversiteit aan grondsoorten, van de vaste ondergrond op asfaltwegen tot ruigere delen over wild, bergachtig natuurterrein. Het spoor volgt kleine 'groene' wegen, beter bekend als boreens, verwaarloosde koetswegen en kerkpaden die nu met gras overgroeid zijn, maar desondanks nog stevig onder de voet liggen. Andere delen lopen door beboste gebieden, nationale parken en boerenland dat op sommige plaatsen moerassig kan zijn. Sommige stukken in de bergen en op open heiden kunnen erg afgezonderd zijn, en de delen buiten de weg worden regelmatig nat en modderig.

Hoewel Ierlands hoogste bergen langs het pad liggen, vermijdt de Kerry Way de hogere pieken en blijft de stijging beperkt tot lagere delen van de bergpassen. De totale stijging over de gehele route is ongeveer 5.400 meter, waaronder een aantal vrij steile en aanhoudende klimmen, met name tussen Black Valley en Glencar. Het hoogste punt op de Kerry Way ligt echter op slechts 385 meter boven zeeniveau, aan de top van Lack Road tussen Bridia Valley en Glencar.

Hoogteprofiel (Klik op afbeelding om te vergroten)

Terrein in Etappes

Black Valley – Killarney: Afgelegen, soms ruige paden door een wilde, sensationele omgeving. Dit wordt gevolgd door verharde voetpaden.

Black Valley – Glencar: Oude valleiwegen en bergpaden en -sporen. Twee zware klimmen over ongerept terrein. Vochtig op sommige plaatsen.

Glencar – Glenbeigh: Een mengeling van stille wandelingen over wegen, bospade en bergsporen.

Glenbeigh – Foilmore: Een mix van bospaden en kleine wegen, daarna over onverhard terrein langs de overblijfselen van een verwaarloosde spoorlijn in bergachtig platteland.

Foilmore – Waterville: Glooiend, ruig laaggebergte, onverharde wegen en kleine paden. Moerassig op sommige plaatsen.

Waterville – Caherdaniel (Coastal Route): Kleine wegen en een aangenaam kustpad. Glooiend maar niet inspannend.

Waterville – Caherdaniel (Inland Route): Glooiend, ruw bergterrein, onverharde ondergrond en kleine wegen. Moerassig op sommige plaatsen.

Caherdaniel – Sneem: In onbruik geraakte oude bergwegen, paden en een klein deel over verharde weggetjes.

Sneem – Kenmare: Bospaden, boerenweggetjes en kleine wegen. Een deel van 2,5 kilometer over een drukke weg. Een aantal moerassige stukken.

Kenmare – Killarney: Kleine wegen vanuit Kenmare, dan een afgezonderd bergspoor over de heuvels tot aan Killarney.